Recensies

Masha Gessen. De toekomst is geschiedenis.

Masha Gessen. De toekomst is geschiedenis. De terugkeer van het totalitaire Rusland. Amsterdam, De Bezige Bij, 2018, 576 p. Oorspr. titel  The Future is History. How Totalitarianism Reclaimed Russia. Vert. door J. R. Braat.

 De auteur van dit lijvige boek is geen onbekende. Ze schreef eerder een uitvoerige biografie van Ruslands president The man without a face: the unlikely rise of Vladimir Putin, vertaald als De man zonder gezicht: de macht van Vladimir Poetin. In al haar geschriften heeft Gessen zich geprofileerd als een uitgesproken criticus van Poetins regime. Maria Gessen is geboren in 1967 in de Sovjetunie in een gezin van Russische joden. Ze woont sinds 1981 in de Verenigde Staten, waarheen haar ouders emigreerden, maar in de jaren negentig werkte ze in Rusland als journaliste. Ze heeft zich opgeworpen als Ruslands leidende activist op het gebied van homorechten. In 2017 kreeg ze in de VS de National Book Award for Nonfiction voor haar studie over het nieuwe totalitarisme in de Sovjetunie na 2000.

Poeskins Verzameld werk. Delen 9 & 10

Alexandr Poesjkin. Verzameld werk. Deel 9. Brieven. Deel 10. Aantekeningen en appendices. [Breda], Papieren Tijger, 2016, 734 + 424 p. Vertaling en commentaar Hans Boland.

Aleksandr Poesjkin is de grootste dichter van Rusland, enorm populair en gelezen door jong en oud, arm en rijk, machthebber en onderdaan. En iedereen vindt er zijn gading. Een fenomeen dat in niet veel landen voorkomt. Hans Boland heeft tien jaar van zijn leven gewijd aan de vertaling van Poesjkins verzameld werk. Met deze twee volumes rondt hij dit enorme karwei af: de Nederlandse lezer heeft nu de gehele Poesjkin ter beschikking – zijn poëzie, toneelstukken, verhalen, sprookjes, romans, zijn literatuurkritische opstellen en allerlei schetsen. Sommige dingen werden niet vertaald, omdat de vertaler ze te gespecialiseerd vond voor het niet-slavistische publiek (dat hem natuurlijk in het origineel kan lezen). In de reclameteksten wordt Poesjkins epistolair nalatenschap ‘een godsgeschenk’ genoemd. Dat is niet overdreven. Het is een plezier om met kleine teugen te lezen in de ontboezemingen van de bedreven literator, aristocraat, rebel, royalist en herrieschopper Poesjkin. Door zijn spitante vertaling maakt Boland de 19e-eeuwer modern en genietbaar.

Peter Finn & Petra Couvée. De zaak Zjivago. Het Kremlin, de CIA en de strijd om een verboden roman.

TEFFI. Herinneringen. Van Moskou naar de Zwarte Zee

TEFFI. Herinneringen. Van Moskou naar de Zwarte Zee – 1919. Amsterdam, Pegasus, 2017, 231 p. Vert. en nawoord Lena Hemmink.

In volle perestrojka werd de Russische emigrante Nadezjda Teffi ontdekt door de nogal vergeetachtige Russen en ook in het Westen uitgegeven. In 1988 verscheen het bundeltje Parijse verhalen (bij De Lantaarn) en in 1989 de grotere bundel Alles over de liefde (bij de Wereldbibliotheek), een fantastische serie verhalen over Russische tsjoedaki, zonderlingen in de meest gekke situaties waarin alles kan, behalve liefde. Teffi laat ons een wereld zien van mislukte, doorgetrapte, geëxalteerde of op hol geslagen Russen. Het zijn korte verhaaltjes, soms miniatuurtjes waarin deze chroniqueur  van de Russische diaspora het alledaagse leven van Russen in ballingschap uitbeeldt, vaak behoorlijk platvloers met kleine tragedietjes en soms ook wel vreugdes.

Diezelfde toon vinden we in haar herinneringen over haar vertrek uit Rusland en de reis (vlucht) die ze onderneemt van Moskou naar Odessa, om dan definitief Rusland te verlaten. Hoe wreed en barbaars de burgeroorlog ook was, toch waren de meeste landverlaters ervan overtuigd dat de bolsjevieken het niet lang zouden volhouden. De meeste emigranten vonden het niet eens de moeite  om hun koffers uit te pakken (117), want morgen of overmorgen zou het bolsjevistische regime toch vallen. Van de nieuwe machthebbers heeft Teffi natuurlijk geen hoge pet op: ‘Die kameraden van je in hun leren jasjes met hun revolvers zijn ordinaire roofmoordenaars, crimineel gespuis’ (42), ‘rode soldaten en duister schorem’ (43), die aan hun ‘laatste stuiptrekkingen’ (94) bezig waren. Iemand geeft haar de raad: ‘Het is nu moeilijk om naar Petersburg terug te keren, ga voorlopig maar naar het buitenland. Tegen de lente keert u dan naar het moederland terug’ (217). Teffi is vertrokken, maar heeft haar vaderland nooit meer weergezien. Ze is gestorven in Parijs in 1952, op tachtigjarige leeftijd, als gevierde (maar inmiddels ook al een beetje vergeten) schrijfster van het Russische exil.

Pages