Natascha Wodin. Nastjas Tränen.
Door Emmanuel Waegemans op ma, 23/08/2021 - 08:54
Natascha Wodin. Nastjas Tränen. Hamburg, Rowohlt, 2021, 189 p. ISBN 978-3-498-00260-2
De Duitse schrijfster Natascha Wodin is ook in ons taalgebied geen onbekende meer. In het Nederlands zijn vier titels van haar vertaald : De glazen stad (haar debuut, waarmee ze doorgebroken is), Ooit leefde ik, Ze kwam uit Marioepol en Ergens in dit duister. Haar meest ideeënrijke roman is zonder twijfel Die gläserne Stadt, een mooie metafoor voor het Duitsland waar ze na de Tweede Wereldoorlog als kind van Oekraïense displaced persons terechtkwam, opgroeiend in een vijandig milieu, waarin haar ouders, en vooral haar moeder, nooit echt konden aarden. Het tragische verhaal over haar moeder, die zich in het naoorlogse Duitsland ontworteld voelde, heeft ze aangrijpend beschreven in Ze kwam uit Marioepol (besproken op deze website).
Nu zet ze dit verhaal verder in de korte roman Nastjas Tränen (De tranen van Nastja), een vertelling over een Oekraïense vrouw die ze in Berlijn in de jaren negentig leert kennen als poetsvrouw en met wie ze geleidelijk aan bevriend raakt. Van een verhaal over het leven van een Oost-Europese poetsvrouw in het Westen valt misschien niet veel te verwachten, maar daar is Wodin een te knappe schrijfster voor. Ze verwerkt handig het verhaal van die ongelukkige vrouw in dat van haar eigen moeder, die met dezelfde ziekte worstelde, maar dan vijftig jaar geleden. Ze speurt nu ‘dass meine Vergangenheit mir abermals auf den Fersen war’ (142).